In Nederland zijn er ongeveer 34.000 kinderen die een van hun beide ouders hebben verloren. Daarnaast zijn er kinderen die hun broertje of zusje verliezen, een dierbaar familielid of een vriendje of vriendinnetje. Naast verlies door de dood, kunnen zij in aanraking komen met ander verlies zoals: echtscheiding, pesten of een verhuizing. Verlies genereert rouw. Wanneer je met kinderen en jongeren werkt is het belangrijk om kennis te hebben hoe rouw ingrijpt op de ontwikkeling van kinderen en hoe je dit goed begeleid.
Toepassing en meerwaarde
Je weet na deze training hoe je met kinderen en jongeren in gesprek kunt gaan over hun verlieservaringen. Je hebt praktische tools in handen die je direct in de praktijk kunt toepassen. De training is tevens ervaringsgericht: je gebruikt jezelf als instrument, Je hebt kennis over je eigen verhouding tot verlies en hoe je deze kennis kunt gebruiken in jouw werk.
Werkwijze
We behandelen de nieuwste theoretische inzichten en werkmodellen rondom rouw. Daarnaast is er ruimte voor oefenen en uitwisseling met de andere deelnemers. We oefenen met praktische tools die je daarna in je praktijk meteen kunt inzetten. En we wisselen ervaringen uit, er is ruimte om te reflecteren en voorbeelden uit de praktijk in te brengen. De trainer zelf gebruikt ook veel voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Doel
Na de training heb je meer sensitiviteit ontwikkeld voor het onderwerp verlies. Je signaleert beter en hebt voldoende tools in handen om met kinderen in gesprek te gaan, verlies bespreekbaar te maken en verwerking van verlies op gang te brengen.